Gemeentefonds

Gemeentefonds

Ruim de helft van de Haagse inkomsten komen uit het Gemeentefonds. Het gemeentefonds groeit mee met de Rijksuitgaven en omgekeerd, dit heet de trap-op-trap-af-systematiek. Deze groei heet het accres. Het gemeentefonds groeit niet mee met de begrote Rijksuitgaven maar er wordt afgerekend op basis van de jaarrekening van het Rijk. De jaarrekening verschijnt iedere derde woensdag in mei na afloop van het jaar. De Rijksuitgaven zijn lastig in te schatten. Dit betekent dat de hoogte van het gemeentefonds onzeker is. De gemeente Den Haag maakt al ongeveer tien jaar eigen ramingen van het accres. Dat heeft enkele redenen. Ten eerste geeft het Rijk zelf in de circulaires vaak aan dat de rijksramingen niet deugen, bijvoorbeeld wegens een aankomend nieuw regeerakkoord of een aankomende recessie. Ten tweede is de ervaring dat de rijksuitgaven uiteindelijk lager zijn dan het Rijk raamt. Bij de jaarrekening presenteert het Rijk meestal 'meevallers' in de vorm van lagere uitgaven dan verwacht. Voor de gemeente zijn dat dan tegenvallers door een lager gemeentefonds. Ten derde kiest de gemeente voor stabiliteit in de raming. Het Rijk verandert de raming in elke circulaire; het is voor de gemeente onwerkbaar die te volgen - en ook ongewenst. De bedoeling is een raming zo lang mogelijk aan te houden. Dat geeft de mogelijkheid voor écht budgetbeheer, met de focus op het behalen van de verwachte prestaties voor het begrote budget.

De groei van het gemeentefonds, het accres, is een impliciete compensatie voor drie ontwikkelingen:

  • de inflatie - daardoor stijgen immers de rijksuitgaven, zodat ook het gemeentefonds groeit;
  • groei van het land - het rijk moet elk jaar voor meer inwoners voorzieningen leveren, waardoor de rijksuitgaven verder stijgen;
  • krapte of ruimte op de rijksbegroting.

Accres gemeentefonds

Bedragen x € 1.000

incidenteel

structureel

Gemeentefonds

2018

2019

2019

2020

2021

2022

Accres en Haagse getallen

29.500

0

59.500

77.800

88.400

107.500

De groei van het gemeentefonds en de stijging van de lonen en prijzen wegens inflatie (‘trend’) hangen dus met elkaar samen. Beide zijn immers afhankelijk van de inflatie. Bij alle berekeningen wordt uitgegaan van een basis van € 850 mln.; dat is (bij benadering) het huidige gemeentefonds (exclusief de integratie-uitkering voor het sociaal domein).
Direct nadat het Regeerakkoord van medio oktober 2017 verscheen, ontving de gemeenteraad bij monde van de brief van de wethouder FVVM (RIS298198 dd. 26 oktober 2017) een eerste snelle financiële analyse over de inkomsten uit het gemeentefonds. De Startnota van het kabinet, die 3 november jl. verscheen, informatie van de VNG, de maartcirculaire 2018 van BZK en de CEP cijfers van 21 maart jl. zijn aanleiding om de accressen wederom te schouwen op de cijfers van inflatie, de groei van de economie en de situatie van de rijksbegroting.

Accres

2018

2019

2020

2021

2022

Haagse begroting oude raming (VJN 2017)

2,50%

1,75%

1,75%

1,75%

1,75%

Miljoenennota 2018

4,83%

2,60%

2,54%

2,20%

2,56%

Volgens Regeerakkoord

7,10%

5,60%

3,60%

2,90%

3,20%

Volgens Startnota

6,75%

6,09%

4,43%

3,50%

4,23%

Nieuwe raming

5,97%

5,28%

3,9%

3,0%

4,0%

In de eigen raming houdt Den Haag rekening met diverse ontwikkelingen:

  • Tekorten in het BTW compensatiefonds. Als gemeenten in tijden van hoog conjunctuur en economische groei meer btw declareren bij het Rijk (door bijvoorbeeld meer projecten uit te voeren) dan heeft dat effect op het gemeentefonds. Het btw-compensatiefonds is een communicerend vat met het gemeentefonds: overschotten op het btw-compensatiefonds gaan naar het gemeentefonds; tekorten op het btw-compensatiefonds bekostigt het Rijk met een uitname uit het gemeentefonds.
  • Onderuitputing Rijksbegroting.
  • Herverdeling gemeentefonds: per 2019 gaan grote delen van de integratie-uitkeringen van het sociaal domein over naar de algemene uitkering. Vier onderdelen zijn uitgezonderd van overheveling vanwege verdeeltechnische redenen: Beschermd Wonen (IUSD Wmo), Voogdij/18+ (IUSD Jeugd), WSW en re-integratie nieuwe doelgroepen (IUSD Participatie). In bedragen gaat het om zo’n 7 miljard euro die overgaat naar de Algemene Uitkering. De andere ca. 4 miljard euro gaat (vooralsnog) niet over. Herverdeeleffecten zijn niet te vermijden. Die kunnen vele tientallen euro’s per inwoner bedragen, zelfs door als ‘technisch’ betitelde keuzes zoals actualiseren van de peildata. Die herverdeeleffecten hangen samen met keuzes die eerder in het sociaal domein zijn gemaakt.
  • De opschalingskorting is vanaf 2020 structureel verwerkt in de accressen.
  • De WOZ in Den Haag stijgt. Een snellere woz-groei betekent minder gemeentefonds.
  • De accres-cijfers van het rijk houden geen rekening met de impact van de Brexit (a.g.v. stopzetting bijdrage Verenigd Koninkrijk) voor de rijksbegroting vanaf 2019 en de impact rijksuitgaven a.g.v. aanpassing gasproductie-plafond in deze kabinetsperiode.

Interbestuurlijk Programma (IBP)
Zoals bekend wil het kabinet met de koepels van de decentrale overheden (gemeenten, provincies en
waterschappen) diverse akkoorden afsluiten, waarbij voor de uitvoering van de verschillende programma’s geld nodig zal zijn. Het kabinet gaat ervan uit dat de gemeenten vanuit eigen middelen een bijdrage zullen leveren, mede gelet op het feit dat de accressen de komende jaren zullen stijgen. Het VNG-bestuur vindt dat een redelijk uitgangspunt maar is tevens van mening dat gemeenteraden zelf bepalen hoe zij hun algemene uitkering inzetten. Tegelijk staan in stukken van de VNG dat ook gemeenten middelen beschikbaar stellen. Onduidelijk blijft of gemeenteraden zelf mogen bepalen hoe ze straks gaan bijdragen aan de programma’s die onder het IBP tot stand zullen komen. Of dat uit de algemene uitkering wordt of door andere maatregelen binnen hun begrotingen.
Het VNG-bestuur en het kabinet hebben in februari jl. overeenstemming bereikt over twee uitgangspunten voor het Interbestuurlijk Programma (IBP) die het gemeentefonds betreffen. Allereerst dat de voeding van het gemeentefonds gebaseerd wordt op het zogenoemde ‘brede begrotingskader’, dus inclusief de rijksuitgaven voor zorg en sociale zaken. En voorts dat de afspraak over het meebewegen van het gemeentefonds met de rijksuitgaven (het trap-op-trap-af principe) in stand blijft.
De agenda wordt de komende maanden door alle betrokken partijen uitgewerkt tot een aantal programma’s waarin de doelen, de werkwijze en de inspanningen die de deelnemende overheden gaan leveren nader worden beschreven. Het VNG-bestuur is van mening dat met het IBP en de gemaakte financiële afspraken een stevige basis is gelegd waarop de nieuwe raden en colleges kunnen voortbouwen. In de bovengenoemde accrespercentages is geen rekening gehouden met de inzet van het Haagse accres voor IBP afspraken.

Taakmutaties/doeluitkeringen
In het regeerakkoord zijn extra taken of intensievere taken afgesproken waarvan de bijbehorende extra middelen naar de gemeenten gaan. De exacte invulling van het Haagse aandeel daarin moet de komende jaren duidelijk worden; de hieronder genoemde Haagse bedragen zijn dus indicatief.

Het gaat hierbij om de volgende taken:

  • De eigen bijdrage van gebruikers voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen wordt gemaximaliseerd op € 17,50 per 4 weken. Voor woningaanpassingen, opvang en beschermd wonen verandert de eigen bijdrage niet. De gemeenten krijgen vanaf 2019 structureel ongeveer € 145 mln. (Den Haag € 5 mln.).
  • Het risico van een aanzuigende werking is groot. Het wordt veel aantrekkelijker om de huishoudelijke verzorging door de gemeente te laten regelen, ook als de gebruiker die prima zelf kan betalen. De bekendheid hiermee neemt toe als landelijk de eigen bijdrage zo sterk wordt verlaagd. In het Interbestuurlijk Programma heeft het Rijk weliswaar toegezegd dat er ‘geen open einde’ zou komen voor de gemeente. Die toezegging is echter niet te vinden in de conceptregeling voor de eigen bijdrage.
  • Er komt een vangnet voor tekorten op het sociaal domein van € 200 mln. per jaar, wellicht in 2018 en 2019, waarvan de helft wordt gehaald uit het gemeentefonds. De vormgeving moet nog duidelijk worden. Het bedrag kan voor Den Haag negatief zijn, als de bijdrage aan het fonds hoger is dan de ontvangsten.
  • Er komt een transformatiefonds sociaal domein van € 36 mln. in 2018, 2019 en 2020. De gemeenten hebben daar overigens al zelf de helft aan bijgedragen door een korting op het sociaal domein. Het bedrag voor Den Haag zal afhangen van de plannen.
  • Rutte-II legde een bezuiniging op van € 20 mln. op de voor  en vroegschoolse educatie vanaf 2018. Maar Rutte-III komt met een intensivering: € 20 mln. in 2018, € 150 mln. in 2019 en € 170 mln. vanaf 2020. Per saldo resteert € 130 mln. intensivering in 2019 en € 150 mln. intensivering vanaf 2020. Het bedrag voor Den Haag is onbekend, evenals de eventuele oormerking die eraan zit.
  • Er komt eenmalig € 100 mln. voor (cofinanciering van) gemeentelijke investeringen in fietsinfrastructuur en fietsenstallingen bij OV-knooppunten. Het bedrag voor Den Haag zal afhangen van de plannen, waarbij het Rijk ook zal streven naar regionale spreiding. De rijksbijdrage is maximaal 50% van de kosten.
  • Er komt een herverdeling van de doeluitkering voor onderwijsachterstanden. Weliswaar komt er structureel € 15 mln (landelijk) extra, maar het saldo voor Den is Haag negatief; wellicht € 10 mln. (van € 40 mln. naar € 30 mln.). Deze doeluitkering is in principe kostendekkend bedoeld, maar het staat de gemeente vrij om er eigen middelen aan te besteden.
  • Er komt mogelijk extra geld (onbekend bedrag) voor het voorkomen van schulden en bestrijding van armoede, in het bijzonder onder kinderen.
  • Er komt mogelijk een extra bijdrage voor de kosten van infrastructuur van zeehavens.
  • Er komt extra geld voor 20.000 beschutte werkplekken, oplopend van € 15 mln. in 2019 via € 69 mln. in 2021 tot € 480 mln. in 2048. Het aandeel van Den Haag hierin wordt geschat op € 0,5 mln. in 2019, € 2,0 mln in 2021 en structureel € 13 mln. in 2048.
  • Er komt structureel € 3 mln. extra voor uitstapprogramma prostituees; bedrag voor Den Haag wordt geschat op € 0,25 mln.
  • Er komt extra geld (onbekend bedrag) voor cofinanciering van het openbaar vervoer in stedelijke regio’s. Het bedrag zal afhangen van de ingediende plannen.
  • Gemeenten gaan de bijstandsuitkering, zorgtoeslag en huurtoeslag van nieuwkomers in hun jaar 1 en 2 innen; de nieuwkomer ontvangt deze voorzieningen en begeleiding dan in natura plus leefgeld. De rijksbijdrage zal de kosten hiervan dekken.
  • Er komt misschien compensatie (bedrag onbekend) voor de transitie van werkgeverskosten voor de doorsneesystematiek pensioenen; dit omdat de gemeente ook werkgever is.