Loon- en prijscompensatie
De gemeente heeft een loon-, prijs- en subsidie- grondslag van ongeveer € 1 miljard. Jaarlijks wordt over dit bedrag in de begroting de loon-en prijscompensatie uitgekeerd. Voor het bepalen van de compensatie vormen de landelijke percentages in de Macro Economische Verkenningen (MEV) het vertrekpunt. De lonen worden in het jaar daarop (nacalculatorisch) afgehecht op de afgesloten cao voor dat jaar. De prijzen worden gecorrigeerd op de meest recente inflatiecijfers van het MEV. Dit is het zogenaamd staand beleid.

T.o.v. vorig jaar stijgen de inflatiecijfers fors evenals dat de recent afgesloten cao een positievere impact heeft op de loonontwikkeling in 2018. De percentages die voor de trendberekening worden gebruikt, zijn als volgt:

De meerjarenraming houdt geen rekening met twee ontwikkelingen:

• Recent (maart 2018) voorspelde de CEP rooskleurige(re) inflatiecijfers voor 2018.
• Eind dit jaar start het proces van cao-onderhandelingen met het formuleren van een inzetbrief, waarbij het loonbod onderdeel van is. Deze cao-onderhandelingen vinden plaats tegen de achtergrond van de Normalisering van de Rechtspositie van Ambtenaren (start 1-1-20).De inzet wordt sectoraal bepaald. Echter, de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt alsook jarenlang zeer beperkte ontwikkeling in lonen bij gemeenten, maken het denkbaar dat de inzet zal starten met een ruimer loonbod dan de afgelopen periode.

Areaal
Den Haag groeit. Door de groei van de stad krijgen we meer geld uit het gemeentefonds en nemen de belastinginkomsten toe, bij gelijkblijvende tarieven. Als de stad groeit, betekent dat echter ook dat meer geld nodig is voor beheer, onderhoud enz. We noemen dit areaaluitbreiding. Het gaat hierbij om onvermijdbare kosten. Elk jaar wordt bij de begrotingsvoorbereiding vastgesteld hoe groot de areaaluitbreiding voor het volgende jaar is. De prognose van het aantal nieuwe woningen is daarvoor vooral bepalend. Voor 2019 wordt een groei verwacht van 6.377 inwoners en 3.873 woningen. Voor de jaren daarna is uitgegaan van de langjarig gemiddelde groei.

De huidige areaalsystematiek stamt uit het midden van de jaren negentig. In deze periode en de jaren daarna werd de grootste uitbreiding van het aantal woningen en inwoners gerealiseerd in zogenoemde uitleggebieden. Hierbij moet u denken aan compleet nieuwe onderdelen van de stad als Wateringseveld, Ypenburg en Leidschenveen. Met deze systematiek is er succesvol voor gezorgd dat er voldoende budgetten voor beheer en onderhoud van de nieuwe gebieden zijn. De komende jaren vindt uitbreiding van de stad vooral plaats binnen de bestaande stad. Dit wordt verdichting genoemd. Verdichten heeft een andere invloed op beheer en onderhoud dan de aanleg van nieuwbouwwijken. Dit is de aanleiding om de areaalsystematiek tegen het licht te houden. Het streven is deze doorlichting en de effecten daarvan bij de begroting 2019-2022 aan de gemeenteraad voor te leggen.

Indexatie Rotterdamsebaan
Het uitvoeringsbudget van de Rotterdamsebaan bedraagt ca. € 650 mln. Dit wordt gedekt uit een rijksbijdrage, een bijdrage van Haaglanden en een bijdrage van de gemeente. Bij de vaststelling van het gemeentelijk aandeel in 2010 is vastgelegd dat het gemeentelijk aandeel wordt geïndexeerd. Conform deze systematiek wordt ook het gemeentelijk aandeel (circa €170 mln.) jaarlijks geïndexeerd. Voor de jaren 2018 tot en met 2020 gaat het om, evenals in 2017, een indexatie van ca. € 1,2 mln.